Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Een psalm] van David, voor den [1]opperzangmeester. Ik betrouw op den HEERE; hoe zegt [2]gijlieden tot mijn ziel: Zwerft henen [naar] ulieder gebergte, [als] een [3]vogel? 1. Zie hfdst.4 vs.1. 2. Saul en zijne medestanders, die David met zulke redenen beschimpten, als hebbende [zo zij meenden] geen ander toevlucht, dan dat hij zich verstak en omzwierf op het gebergte, huppelende van de ene plaats op de andere als een vogel; maar zij meenden hem wel te betrappen, niet denkende aan God, die Davids troost en toevlucht was. 3. Anders, o vogel.